We kunnen heel zelfverzekerd zijn

Boer Stefanie Wetzel uit Saksen-Anhalt is voorstander van een fusie, vooral omdat de wereldwijde markten meer financiële kracht van bedrijven zullen vragen.

"Eén ding is duidelijk: we kunnen en willen de globalisering niet tegenhouden en dat vereist dat een zuivelonderneming goed presteert op de internationale zuivelmarkt. Met ARLA hebben we de kans om ons breder te positioneren, meer producten aan te bieden die goed in de markt liggen en zorgen voor populariteit in bestaande en nieuwe markten. DMK heeft absoluut niets te verbergen, want als zuivelfabriek hebben we zeer aantrekkelijke producten die goed zouden passen in het assortiment van ARLA. Daar kunnen we heel zeker van zijn. Maar we hopen dat de melkprijs door de fusie stijgt en stabieler wordt. Dat geeft ons boeren weer de kans om diep adem te halen en beter te plannen en te investeren.

De afgelopen jaren hebben we herhaaldelijk te maken gehad met sterk fluctuerende melkprijzen. We hebben 450 koeien en een relatief nieuwe stal, waarvoor we in 2018 een lening moesten afsluiten, en we hebben ook 43 mensen in dienst. Zoals elke boer hebben we hoge bedrijfskosten. Met ARLA zouden we een partner aan onze zijde hebben die ons meer financiële stabiliteit zou geven.

Natuurlijk zullen er veranderingen zijn. We accepteren dat, gaan de uitdaging aan en hopen dat we veel dingen in het Duits kunnen blijven doen in plaats van in het Engels. Het zou ook fijn zijn om onze contacten ter plaatse te houden."

Dat geeft ons vertrouwen

DMK is een goede partner voor ARLA, vindt boerin Katrin Güldenpfennig-Herrmann uit Saksen-Anhalt. Ze gelooft dat de bedrijven sterker zullen worden.

"Voor mij kwam het fusievoorstel op het juiste moment. Ik maak me al lange tijd zorgen over de daling van de melkvolumes en het stopzetten van de melkproductie op veel boerderijen, omdat deze ontwikkeling steeds meer invloed heeft op de melkprijs. Als een zuivelfabriek niet langer kan werken met een melkvolume dat voldoende is om zijn capaciteit te vullen, is dat een ongunstige situatie voor zowel het bedrijf als de boer.

We hebben onze veestapel 15 jaar geleden meer dan verdubbeld: 380 koeien produceren elk 12.000 liter melk per jaar en negen medewerkers zorgen voor de boerderij. We hebben veel geïnvesteerd in dierenwelzijn met nieuwe stallen voor melkkoeien, voortplanting en kalveren, en we zijn nog lang niet aan het einde van onze ideeën. Het is gemakkelijker om dit alles te visualiseren als we een sterke partner als ARLA aan onze zijde hebben, die een hogere melkprijs kan betalen. DMK is weer de perfecte tegenhanger: voor sommige boeren heeft DMK in het verleden misschien niet altijd alles goed geregeld, maar voor het grootste deel heeft DMK ons veel voordelen gebracht: o.a. ophaaltoeslagen voor grotere bedrijven, extra beloning voor goede vet-eiwitwaarden, toeslagen voor dierenwelzijnsmaatregelen dankzij de Milkmaster en bedrijfssysteem 3, een vaste-prijsmodel voor financieel onzekere tijden. Dit heeft weer tijdelijk geleid tot een betere melkprijs, waardoor het mogelijk is geworden om te investeren in dierenwelzijn. Dit helpt de landbouw om meer acceptatie te krijgen onder de bevolking.

Er komen gelijkwaardige programma's met ARLA. We zullen de voordelige strategieën en structuren als gevolg van een fusie dus niet verliezen, maar nog beter kunnen benutten. Een ander groot voordeel is dat twee grote bedrijven niet langer met elkaar concurreren op de zuivelmarkt. Vandaag samen de toekomst vormgeven geeft ons vertrouwen voor morgen - en voor de volgende generatie."

Als stem zouden we nog meer invloed hebben

Boer Andreas Lünzmann uit de regio Elbe-Weser gelooft dat meer boeren in een coöperatie ook een grotere invloed kunnen hebben.

“Ik was even verbaasd - toen dacht ik: wat een goede beslissing zou dat zijn! Een fusie met ARLA zou veel betekenen. Naast het feit dat het bedrijf DMK's Visie 2030 deelt op het gebied van onder andere duurzaamheid, klimaatbescherming en uitbreiding van het merkenportfolio, hebben we ook gemeenschappelijke ideeën over corporate governance en democratische besluitvormingsprocessen. Als coöperatie zouden we aanzienlijk groter zijn, maar het democratische recht op inspraak zou nog steeds gelden voor alle betrokken ARLA- en DMK-boer

Uiteindelijk zullen we profiteren van hogere melkprijzen, maar we zullen ook onze horizon in het algemeen verbreden: in de toekomst zal ARLA coöperaties uit verschillende Europese landen samenbrengen, aangezien het bedrijf structureel is opgedeeld in Denemarken, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Centraal-Europa, d.w.z. Duitsland en de Benelux. Elke boer, of het nu in Duitsland is of in Denemarken, wordt momenteel geconfronteerd met dezelfde uitdagingen op het gebied van regelgeving, slinkende melkvolumes, een gebrek aan jong talent en onzekere toeleveringsketens. We zouden als stem nog meer invloed hebben als iedereen in Europa voor één zaak zou opkomen.

Met ongeveer 4.000 boeren bij DMK zouden we het grootste aantal melkveebedrijven hebben dat in de toekomst voor ARLA zou produceren. Naar mijn mening herbergt dit de grote kans dat een fusie de bestaande structuren in Duitsland en Nederland, zowel taalkundig als ondernemend, niet erg voor ons zal veranderen.”

We kunnen alleen maar van elkaar profiteren

 Meer melk, meer slagkracht op volatiele markten - onzekerheden of problemen in de toeleveringsketen kunnen beter worden opgevangen door een grote speler, vindt boer Carsten Schnakenberg uit Bremen.

 “Natuurlijk hebben we altijd geprofiteerd van het feit dat we een directe lijn hadden naar het management in Bremen. DMK heeft altijd snel geluisterd naar dringende vragen en als boer voel je je goed verzorgd op dit gebied. 

In het geval van een fusie met ARLA zou het management uiteindelijk in Denemarken worden gevestigd. Dat zal een verandering zijn, maar ik denk dat ARLA er graag voor wil zorgen dat boeren in Duitsland hun zorgen snel behandeld kunnen blijven krijgen. De bedrijfslocatie in Bremen blijft na de fusie zeker bestaan. De contactpersonen staan in nauw contact met de toekomstige bedrijfsleiding en zetten zich in voor de belangen van de boeren daar. Toch is er natuurlijk scepsis onder ons boeren, omdat fusies in het verleden niet altijd goed zijn gegaan, met uitzondering van die met DOC Kaas.

Toch ben ik voorstander van een fusie omdat het ons sterker zal maken in de strijd om de kostbare grondstof melk. Er zal in de toekomst minder melk zijn. Als bedrijven om economische redenen moeten stoppen of geen opvolgers meer kunnen vinden, arbeid schaars en duur blijft en er onzekerheid blijft heersen over milieuregelgeving, zal de behoefte aan planningszekerheid steeds groter worden. De melkveehouders van ARLA zullen er net zo over denken, dus we kunnen alleen maar van elkaar profiteren. Samen kunnen we met een onevenredig hoger melkvolume een aanzienlijk betere toegevoegde waarde realiseren. Ik zie het grote voordeel van een fusie ook in het feit dat moeilijkheden in de toeleveringsketen gemakkelijker kunnen worden aangepakt door de krachten te bundelen. 

In de fabriek in Nordhackstedt, waar we samen met ARLA al wei-eiwit produceren, hebben we jarenlang kunnen observeren hoe de alliantie met de Denen op kleine schaal werkt. In de loop der jaren hebben we waarden en strategieën uitgewisseld op het gebied van bedrijfsmanagement en realiseerden we ons dat we op dezelfde manier werken - en dat is eigenlijk de ware kern van een goede samenwerking.”

Een garantie voor volledige levering  

 Vertrouwen en betrouwbaarheid - voor boer Christian Sancken van Debstedt zijn dit termen die de hele fusie belichamen. Hij gelooft in de internationale oriëntatie van ARLA. 
“Ik ben absoluut voorstander van een fusie met ARLA. Aan de ene kant gaat het natuurlijk om het veiligstellen van een goede melkprijs. Maar dat is niet de enige reden.  ARLA is een gevestigde speler in de zuivelindustrie, wat het voor ons en onze producten veel gemakkelijker maakt om toegang te krijgen tot afzetmarkten wereldwijd. De expertise uit het buitenland helpt ons om productassortimenten nog beter aan te passen aan de respectieve eetgewoonten en om regionale kenmerken te herkennen - simpelweg omdat ARLA al lange tijd veel kennis heeft vergaard in deze markten en zijn netwerken blijft uitbreiden. 

Ik was zo'n vijftien jaar geleden een jong adviserend bestuurslid bij ARLA en was toen al gefascineerd door de professionele benadering van processen. Ze hadden toen al zoiets als de Milkmaster, de commissiestructuren waren zorgvuldig gekozen en een internationale focus werd benadrukt.  

Wij bij DMK hebben vergelijkbare structuren en zijn de juiste partner omdat we voortdurend werken aan goede prestaties in de markten met MILRAM, verdere ontwikkeling en de acquisitie van merkproducten. In het geval van een fusie zou ARLA het voordeel hebben dat het bedrijf niet in een complex proces zoiets als een nieuwe veerkwark hoeft te ontwikkelen. Van de ene dag op de andere zou Europa's grootste zuivelcoöperatie een totaalleverancier zijn. Een versneller en garantie voor een complete voorziening voor de bevolking.  

Natuurlijk begrijp ik de angst van de boeren, want veel details over de volgende stappen in de fusie zijn al toegelicht op de informatiebijeenkomsten: Zal het melkgeld in staat zijn om de toegenomen eisen in de toekomst als gevolg van extra Deense normen te compenseren? Zullen we nog voldoende inspraak hebben als een bedrijf plotseling niet langer 4.000 maar 12.000 boeren uit verschillende landen telt? Hoe zit het met de communicatie? Zal alle communicatie in het Engels zijn?  

Het is duidelijk dat een bedrijf innovatief moet blijven en dingen moet uitproberen om toekomstbestendig en concurrerend te blijven. Maar niet elke fusie is bij DMK in het verleden op rolletjes gelopen en boeren zien in de eerste plaats cijfers en die zien we terug in de melkprijs. Toch waren al deze stappen goed en belangrijk.

Het moet voor ons boeren nog duidelijker worden dat we ons democratisch recht op inspraak behouden. We willen ons gezien en gehoord voelen en hebben behoefte aan communicatie die onze vragen beantwoordt. Hoe werken onze collega's achter de grenzen, wat zijn hun zorgen en hoe kunnen we van elkaar leren? Vooral bij een gevoelige fusie verlies je vertrouwen als je geen informatie geeft in de lokale taal. Maar ik ben ervan overtuigd dat dit niet het geval zal zijn.” 

Een motor voor blijvend succes

Een fusie is een geweldige kans, zegt boer Bernd Pils uit Sittensen. Hij gelooft in de uitwisseling van ideeën en innovaties over de grenzen heen. 

Voor mij staat één gedachte centraal bij de fusie van ons bedrijf met ARLA: Ik hoef niet te veranderen als boer. Natuurlijk veranderen sommige dingen - maar dat is overal zo en ik kan me aanpassen. Dit besef is voor mij cruciaal als het gaat om hoe ik tegenover zo'n fusie sta. Afgezien van het feit dat we een omvang creëren die ook een goede melkprijs waarborgt, heb ik ook veel vertrouwen in de bedrijfsfilosofie van ARLA omdat die overeenkomt met onze DMK-principes. Ik denk dat ik daarom ook onder ARLA onafhankelijk zal kunnen werken.

Ik hou van mijn boerderij, mijn bedrijf, de manier waarop ik werk en de mogelijkheden die ik zie voor de toekomst. Ik ben iemand die een relatief klein bedrijf met 120 koeien goed kan managen en ik ben niet iemand die graag veel werknemers delegeert. In plaats daarvan coördineer en beslis ik dingen in een klein familieteam, met korte communicatielijnen. In moeilijke tijden heb je ook veel vrijheid nodig en de wil om innovatief te zijn. Ik heb deze vrijheid nodig. Persoonlijk vind ik het ook leuk dat er zoveel merkproducten in het portfolio van ARLA zitten en dat wij de perfecte aanvulling zouden zijn met onder andere MILRAM. Het is belangrijk om te kunnen opereren met een rijkdom aan ideeën en een grote slagkracht, niet alleen in Duitsland maar wereldwijd. Mijn familie en ik zijn ruimdenkende mensen, we wisselen graag ideeën uit over de grenzen heen en dat inspireert ons. Andere culturen verrijken ons leven en geven ons nieuwe, goede ideeën.

Een internationale speler op de zuivelmarkt zal ook uitwisseling over de grens stimuleren en eisen. De vele netwerken waar ARLA al zo lang gebruik van maakt, zullen ook mij als boer helpen. Het vinden en ontwikkelen van nieuwe afzetmarkten voor de producten waarin onze melk is verwerkt, zie ik als een belangrijke factor om goed te presteren op de wereldmarkten. De filosofie van openen in plaats van sluiten, zoals momenteel in zoveel economische systemen gebeurt, past perfect bij die van mij: Voor mij is de drive en de overtuiging dat openen meer loont dan sluiten een motor voor blijvend succes.