Samen een oplossing vinden: in oktober organiseerde DMK een bijeenkomst van deskundigen – en daarmee een constructieve en informatieve gedachtewisseling op basis van gelijkwaardigheid. Onder het motto "Allemaal rond één tafel" nodigde DMK 60 gasten uit politiek, bedrijfsleven, wetenschap, media en ngo's uit voor een dialoog in de vorm van een paneldiscussie. Met dit nieuwe format wil de onderneming actief het gesprek aangaan over de toekomst van de zuivelindustrie, voorgestelde oplossingen toelichten en een platform bieden voor verschillende perspectieven op de transformatie van een hele bedrijfstak. Een open uitwisseling over de thema's klimaatverandering, klimaatbescherming en voeding van de toekomst. Enkele stemmen en stellingen van de avond:
"Als zuivelcoöperatie willen we onze verantwoordelijkheid nemen en ons verder ontwikkelen, daarom is een dialoog belangrijk. Het gaat niet om goed of fout, maar om een minder emotionele en meer objectieve kennisuitwisseling. Onze onderneming is niet perfect op het gebied van duurzaamheid en we hebben ons doel nog niet bereikt, maar veranderingsprocessen in de maatschappij en reageren op klimaatverandering zijn belangrijk voor ons als bedrijf."
Voor navigatie zie hieronder
"We moeten veel bewuster met levensmiddelen omgaan, transportroutes heroverwegen, afval vermijden en minder voedsel verspillen. In de gastronomie wordt van oudsher verantwoordelijker omgegaan met restjes en wordt erop gelet dat er niets wordt verspild. No Waste zou vandaag de dag voor iedereen normaal en belangrijk moeten zijn."
De koe is niet per se een klimaatkiller – daarover bestaat allang wetenschappelijke consensus met het oog op de circulaire economie. Toch moeten we de prestatie-eisen in de stallen aanpassen en optimaliseren. Ook moeten we de voerbenutting van koeien verbeteren, zodat de hoogwaardige eiwitten die het voer bevat uiteindelijk in de melk terechtkomen en niet ongebruikt als mest eindigen.
"Als onderdeel van het Klimaatakkoord van Parijs hebben we ons ertoe verplicht om tegen 2045 klimaatneutraal te opereren. Alleen voor de landbouw ontbreken nog bindende aanbevelingen in dit verband. Het zou bijvoorbeeld belangrijk zijn om een CO2-prijssysteem op te zetten waarvan melkveehouders ook financieel kunnen profiteren. Melkveehouders vrezen dat ze dergelijke maatregelen niet bindend kunnen implementeren. Veel CO2 kan worden bespaard of geabsorbeerd door de vorming van humus, het vernatten van veengebieden, bossen enzovoorts. Onderzoek heeft hier goede resultaten opgeleverd en er liggen kansen."
"Veel melkveehouders richten zich al geruime tijd op duurzaamheid. Op ons bedrijf produceren we GGO-vrije weidemelk en volgend jaar gaan we houderijsysteem 3 implementeren. Een aantal van onze dieren wordt meer dan acht jaar oud en we hebben het energieverbruik van het bedrijf met 30 procent verminderd. Toch vind ik CO2-certificaten een lastig thema. Grote energieleveranciers kopen gericht gebieden zoals laagvenen op, omdat deze bij uitstek geschikt zijn voor het verkrijgen van de bijbehorende CO2-certificaten. Op ons bedrijf wordt – en dat is gebruikelijk – tweederde van het land gepacht. Veel van de eigenaren van het gepachte land wonen echter niet in de buurt, maar beheren dit land als een post in hun portefeuille en behalen zo hoge rendementen. De toegang tot deze gebieden is een enorm probleem dat de bedrijven onder grote druk zet."
“Het percentage mensen dat een plantaardig dieet en zuivelalternatieven gebruikt, stijgt. Bij de jongere generatie wordt het inmiddels duidelijk dat ze ook als ze ouder worden hun omschakeling op een plantaardig dieet volhouden. Dit betekent echter niet dat dierlijke producten van de menukaart verdwijnen. Melk blijft een belangrijk voedingsmiddel voor alle generaties. Het consumentenbereik van koemelk bedraagt nog steeds meer dan 90 procent – bij de jongste generatie ligt dat net onder de 90. In de toekomst zullen consumenten echter een gevoeligere en evenwichtigere benadering van dierlijke en plantaardige voedingsmiddelen willen en daar moeten we op inspelen. We kunnen niet langer alleen voor de grijze massa produceren.”
"Als bedrijf registreren we de verschillende perspectieven in de context van de voedingstransformatie en leiden daar maatregelen uit af. We houden rekening met allerlei aspecten: politieke eisen, het levensonderhoud van melkveehouders, de complexe eisen van klanten – en dit alles tegen de achtergrond van economische haalbaarheid.
Duurzaamheid implementeren is een must, maar ook een grote inspanning voor een onderneming.
We moeten ons telkens weer afvragen hoe we een maatregel rendabel kunnen maken in de markt."
"Alle melkveebedrijven zouden relatief snel klimaatneutraal kunnen zijn. Dat zou geen probleem zijn als we zonnepanelen op onze daken zouden mogen leggen en biogasinstallaties zouden mogen bouwen. Dit mislukt echter door een gebrek aan bouwvergunningen, de niet-verplichtende afname door energieleveranciers of terugleverpunten op grote afstand, waardoor de zaak niet rendabel is. Daarnaast worden we geblokkeerd door de typisch Duitse en complexe wet- en regelgeving – het ministerie van Economische Zaken zou ons op deze punten enorm kunnen helpen."
"We gaan ervan uit dat onze eiwitrijke en zeer efficiënte melk ook in de toekomst nodig en gewild zal zijn. Met tien liter kun je ongelooflijk veel lekkere producten maken. Plantaardige eiwitbronnen en producten blijven zich ontwikkelen en zijn nu een vaste waarde onder veel jongere consumenten. Als voedingsmiddelenproducent is het voor ons ook van belang om in deze klantenbehoeften te voorzien. Daarom hebben we producten in ons assortiment die niet of slechts gedeeltelijk van dierlijke oorsprong zijn. Welk product wordt gekocht, wordt uiteindelijk door de consument bij het supermarktschap bepaald.
"Bij de productie van haverdranken of tofu blijft biomassa over. Dat is geweldig voor onze koeien! Dieren spelen een centrale rol in de circulaire economie omdat ze onder andere stoffen gebruiken die ongeschikt zijn voor menselijke consumptie. Bij de productie van suiker wordt bijvoorbeeld bietenpulp geproduceerd. Bij bierbrouwen blijft bierbostel over, een residu van de brouwmout en een geweldig eiwitproduct. De industrie produceert broodresten. 80 procent van de stoffen die niet bruikbaar zijn voor mensen, worden als voer voor koeien gebruikt en omgezet in melk. Als we bij een groeiende wereldbevolking het potentieel van herkauwers niet benutten, hebben we dat alleen aan onszelf te wijten. Zij zijn de enigen die alles wat overblijft na de voedselproductie ten nutte kunnen maken. Plantaardige en dierlijke producten vullen elkaar vaak op een zinvolle manier aan."